Tubbergenaar Paul van Wegen zet zich al twee decennia als vrijwilliger voor De Klup Twente in voor mensen met een beperking. 

Tubbergenaar Paul van Wegen zet zich al twee decennia als vrijwilliger voor De Klup Twente in voor mensen met een beperking. Normaal gesproken, zou hij daarvoor samen met andere Klup jubilarissen geëerd worden tijdens een gezellig feest. Maar dat zit er door de coronapandemie niet in. Daarom verraste De Klup hem ‘coronaproof’ in zijn eigen achtertuin met een chocoladeboeket, een pakketje vol lekkers en een cadeaubon.
Hij was zelf een beetje verbaasd. ‘Ben ik alweer twintig jaar bij De Klup?’, vroeg hij bij het in ontvangst nemen van de presentjes. Toch weet Paul van Wegen nog als de dag van gisteren hoe hij bij de vrijwilligersorganisatie betrokken raakte. ‘Ik zag iedere week Frans Lansink met een groepje mensen langs mijn huis lopen naar de Vlaskoel om daar te gaan zwemmen.’ Toen Paul vervolgens in de krant een minuscuul klein oproepje voor zwemvrijwilligers zag, reageerde hij onmiddellijk. Sindsdien is hij een vaste waarde voor de Buppelklup, de zwemgroep van De Klup Twente in Tubbergen.
Van het een (zwemmen), kwam het ander: Paul van Wegen is intussen ook al jarenlang chauffeur op de busjes van De Klup. Hij haalt en brengt deelnemers op, en helpt waar nodig met het bezorgen van onder andere het tijdschrift Schik en andere spullen voor De Klup. In zijn ‘lustrumjaar’ 2020, kwamen al die activiteiten tot zijn grote spijt op een laag pitje te staan – of vielen zelfs helemaal stil. ‘Jammer hoor’, vertelde hij Klup directeur Jan Anema en coördinator Jolanda Overdorp in zijn zonovergoten tuin. ‘Ik rijd wel weer op de bus, maar zou wel veel meer willen rijden.’
Nu hij nog niet veel kan doen voor De Klup Twente, blijft Paul actief door veel te fietsen op de hometrainer en in de buitenlucht en te wandelen. Bovendien kan hij zich binnenkort ook weer storten op zijn eigen moestuintje. Maar hij blijft uitkijken naar het moment waarop de activiteiten van De Klup Twente – veilig en wel – opgestart kunnen worden en de vrijwilligersorganisatie weer meer een beroep op hem gaat doen.